Tegenover me in de trein zit een meisje van een jaar of 15. Ze zit druk te essemmessen. Zoveel is duidelijk. Ik denk dat het over mij gaat. Ik weet het bijna zeker. Ze kijkt geniepig naar mijn schoenen en begint dan weer heftig te typen. Terwijl ze wacht op antwoord probeert ze haar lachen in te houden door strak uit het raam te blijven kijken. Ze leest gretig de antwoorden van iemand die ik nog nooit heb gezien maar die desalniettemin besloten heeft dit uur van zijn of haar leven in het teken te stellen van het beledigen van mijn persoon. Het meisje tegenover me voelt zich met elke tegen-SMS gesterkt in haar mening en lacht me steeds breder uit.
Essemmessen in gezelschap. Mag dat? Ik doe het ook wel eens, maar eigenlijk vind ik het niet kunnen. Het komt er toch op neer dat mensen – A – iets vreselijks zeggen dat over jou gaat of – B – iets leuks zeggen dat niet over jou gaat. In beide gevallen is het niet voor jouw oren bestemd. Als iemand zo’n geheime boodschap op een klein schermpje intoetst is het alsof ze hun beide handen strak om iemand oor klemmen en door een heel klein gaatje hele grote woorden persen.
Dit in tegenstelling tot mensen die hun mobiel gebruiken om te bellen. Oftewel: de dertig-plussers. Ik heb het geprobeerd en wat blijkt: je kunt gewoon op normaal volume praten door een GSM. Geen enkel punt. Ik denk dan ook dat mensen die schreeuwen in een apparaat dat om een andere reden doen. Het zijn namelijk mensen die tegen fluisteren zijn. Mensen die vinden dat wat zij denken voor iedereen belang heeft. Het zou een groot gemis voor de buitenwereld zijn als die niet wist dat ik weer zo’n last van hooikoorts heb, denken ze.
Misschien heeft het iets met LPF-stemmers en de ‘achterkamertjespolitiek’ te maken. Met paars, ‘the happy medium’, is ook het normale praten vergaan. We mogen nu alleen nog kiezen tussen extremen: je bent voor achterkamertjespolitiek of je bent er tegen zoals je nooit eerder in je leven tegen iets was. Je essemmest of je schreeuwt. Je kiest een vorm van fluisteren waar de Staatspolitie in haar gloriedagen niets bij was of je kiest een Amerikaans stelsel dat nog een persbericht uitdoet als de president allergisch voor karnemelk blijkt.
Mag ik in het midden alstublieft?
Verschenen in ConneXie, tijdschrift voor telecommunicatie
Mei 2002 (maandelijkse column 2001-2003)