Als je naar de Parade gaat zie je hoe het zou zijn als heel Nederland links zou stemmen. Iedereen is blij en gunt elkaar van alles. Twee kleuren haar en een paarse doorkijkbroek, en daar moeten twee jongetjes dan pappa tegen zeggen. Moet allemaal kunnen. En natuurlijk betalen we allemaal vijf euro voor een kopje verse muntthee, want daar kun je mee gezien worden.
Het motto van de Parade is vooral: vroeger was de Parade veel leuker. 10.000 mensen kunnen je zo vertellen dat er een paar jaar terug nog bijna nie-mand was. Behalve zij. Geen WCs en geen eten en drinken, nou dat was het hoor. Helemaal 1 met het gras langs de Zuidas.
Onwaarschijnlijk leuk allemaal. Wat alleen misschien wat minder is, is dat we gingen nu het nog kan. Parade-publiek is 1 ding, Parade-publiek dat nog een keer gaat – nu het nog kan – is een tweede. Dat weet al wanneer het hard moet lachen en waar ze hun nacho’s moet halen. Daar kun je nooit tegenop. Mijn poging tot het halen van een bakje nacho’s loopt bijna uit op een handgemeen. Kennelijk zijn in mijn afwezigheid de afgelopen week allerlei ongeschreven regels ontstaan. Zoals het nooit vragen om een bakje nacho’s aan een houten bar waar Nacho’s op staat. Weet ik veel.