Op ‘Norfolk Island’ – ergens tussen Australië en Nieuw-Zeeland – hebben ze besloten dat je niet meer mobiel mag bellen. Ze hebben er genoeg van, de 1100 bewoners van het mini-eiland. Ze koesteren het verleden, en terecht: het was vroeger de plek waar gevangen naartoe werden verbannen. Rechtschapen mensen dus, die noorfolkers. En dat willen ze graag zo houden. Ze vinden mobiel bellen bovendien slecht voor de gezondheid en hinderlijk op straat en in restaurants. Dus dat is vanaf nu verboden. Het Norfolk Island is straks officeel GSM-vrij gebied.
Ik kan er ergens wel inkomen. Je hebt soms zo’n dag: je bent al moe en hebt geen zin om te werken…en dan steekt er ineens een hond over. Dwars door rood. Jij remmen. ‘Het moet verboden worden. Honden op straat’, denk je op zo’n moment. Op deze manier zijn er veel momenten geweest dat ik kinderen, tafels, rode wijn, muggen en frituurpannen zou willen verbieden. Allemaal om andere redenen. Je kunt echt een hekel aan iets hebben soms.
Ik vraag me af wat die telefoons de bewoners van Norfolk Island hebben aangedaan. Je bent al moe en hebt geen zin om te werken….en dan loopt iemand langs met een gsm! Ik zie het toch niet helemaal hoor. Er moet iets anders aan de hand zijn. Het persbericht verkondigt: “Op het eilandje (…)heerst nog steeds de sfeer van het verre verleden: er zijn geen fastfoodrestaurants en kansspelen en prostitutie zijn er niet”. Saaie types dus, die eilandbewoners. Worden vast nooit gebeld ook. Dus als er dan een vrolijke toerist langsloopt met een telefoon, dan wil je natuurlijk uithalen. Pure jaloezie.
Ik ben benieuwd wat er gebeurt als je toch besluit om mobiel te bellen op Norfolk, of als je net doet alsof. Misschien moet je de rest van je leven wel daar blijven dan. Tussen de nazaten van criminelen. Voor straf.
Verschenen in ConneXie, tijdschrift voor telecommunicatie
Augustus 2002 (maandelijkse column 2001-2003)